Barth & Ineke go Baltics, Finland & Sweden

Rond half negen staan we op en na de douche/ontbijt rituelen breekt opeens de zon vol door. Zo zien we de camping en het meer toch nog even zoals in juli ‘21. En wanneer we weer door het dorpje Gränna rijden blijkt het, zo vroeg in de ochtend zonder massa’s toeristen, opeens ook een prachtig mooi kustplaatsje vol traditionele houten huizen te zijn. Wat zo’n eerste indruk toch kan doen…

Onze navigatie is ingesteld op Odense in Denemarken. Via Malmö en Kopenhagen (waar we in de initiële plannen nog een dagje hadden willen doorbrengen) nemen we ditmaal niet de veerboot van Rødby naar Puttgarden. Alleen de dure tickets waren nog beschikbaar op deze korte termijn dus hebben we besloten om te rijden via Odense, Kolding en dan zuidwaarts naar Flensburg. Vandaag hebben we 500 kilometer voor de boeg.

De reis schiet lekker op. Voor we het weten zijn we bij Malmö en rijden we de imposante, 16 kilometer lange Sontbrug (Deens: Øresundsbroen en Zweeds Öresundsbron) over. Voor de kenners: de brug is beroemd geworden door de serie The Bridge. Kosten: 65 euro. Rechts van ons zien we Kopenhagen liggen maar wij houden links richting Odense.

Zo’n 50 kilometer voor Odense passeren we brug nummer twee: de Storebæltsbroen (Grote Beltbrug) de 18 kilometer lange verbinding tussen de Deense eilanden Funen en Seeland. De verbinding over (je raadt het al) de Grote Belt bestaat uit twee bruggen van 6,6 en 6,8 kilometer. Kosten: 36 euro. Je bent dus 100 euro kwijt aan 32 kilometer over het water.

Er is een camping vlak bij de brug maar die staat zoals Barth zegt prøpjevøl en we willen toch eigenlijk ook Odense wel graag zien dus we rijden door naar de stadscamping in Odense die gezegend is met de romantische naam DCU Odense Citycamp. We betalen hier de topprijs van 47,65 voor een overnachting met elektriciteit. Denemarken is nog duurder dan Finland en de Baltische Staten, lijkt het. Maar het is een mooie camping en we hebben een fijn plekje.

Een half uurtje na aankomst stappen we op de fiets naar het centrum van Odense, zo’n 5 kilometer. Odense blijkt een ontzettend leuke en vooral ook mooie stad! Heet dankt zijn naam aan de Noorse oppergod Odin: het is “de plek waar Odin wordt aanbeden”. De stad is meer dan duizend jaar oud, wat het een van de oudste steden van Denemarken maakt. Het oude historische hart staat vol met prachtige huisjes, sommigen eeuwenoud.

Al fietsend komen we langs het geboortehuis van de beroemdste inwoner van Odense: de sprookjesschrijver Hans Christian Andersen.

We gaan eten in Storms Pakhus, een voormalig magazijn dat werd gebouwd rond 1942 en jarenlang werd gebruikt om hout op te slaan. Later werd het magazijn overgenomen door Eric Storm, naar wie het magazijn is vernoemd. Het magazijn werd tot 12 jaar geleden gebruikt om verpakkingen op te slaan. Een paar jaar lang stond het magazijn leeg, maar in september 2017 opende Storms Pakhus als streetfood markt. Er is zoveel mogelijk van het oude hout en de stenen bewaard en ook andere materialen zijn gerecycled om de foodstands mee te bouwen. Een geweldige plek! En als ik de gemeente Groningen was zou ik hier even een kijkje nemen, want wat zou zoiets geweldig zijn in Grunn!

Het is lastig kiezen met al die lekkere internationale keukens maar uiteindelijk wordt het Indiaas. Heerlijk eten!

We rijden nog wat verder door de stad: langs het mooie stadhuis waar blijkbaar een bloemenfeest op beginnen staat, door de Eventyrhaven ("de Sprookjestuin") waar een standbeeld van Hans Christian Andersen en een mini kasteel ter ere van hem staan.

Er is vast nog meer te zien maar we vinden het mooi geweest voor vandaag. Odense was een bijzonder leuke verrassing, zo op deze laatste vakantiedag voor we morgen naar huis rijden!