Narva > Võsu
Vrijdag 4 augustus 2023 - Dag 20
Er is de afgelopen nacht veel regen gevallen maar als we wakker worden schijnt de zon. Onze eerste stop is Narva-Jõesuu, in het uiterste noordoosten van Estland, verder kun je niet. In de 19e eeuw was het een populair zomerresort, en dat zie je nog aan oude vervallen houten villa’s uit het begin van de 20e eeuw. We stoppen bij een van de villa’s. Op een plaquette aan de buitenmuur staat (vertaald vanuit het Russisch): “Ik heb hier gewoond. Serty Antinivich Lavretsov”.
Het uitgestrekte strand is hier prachtig en het lijkt toch alsof het bezig is aan een bescheiden opmars, gezien de strandtent gemaakt van een oud treinstel.
We rijden door naar Sillamäe. In 1945 begon men hier met de bouw van 'Fabriek nummer 7' en in 1946 werd gestart met het verrijken van uranium. In 1970 begon men ook zeldzame aarde te verwerken. De stad werd het centrum van de Estse nucleaire industrie en sloot lange tijd af van de rest van het land. Het was onmogelijk om hier te komen in de Sovjettijd om dat verboden militair gebied was, het stond zelfs niet op de kaarten! In 1990 werd de productie van verrijkt uranium gestaakt en tegenwoordig is het een chemische fabriek.
Ter nagedachtenis aan deze tijd werd het monument Peaceful Atom opgericht. Deze staat op een mooi groen plein tegenover het stadhuis (in de vorm van een Lutherse kerk). Vanaf hier leidt een brede trap naar de zee.
Sillamäe is een toeristische attractie op zich; je vindt hier veel stalinistische architectuur: lange, brede, met bomen geflankeerde straten en voornamelijk neoclassicistische gebouwen. Nog altijd zijn de inwoners van de stad bijna volledig Russisch. We lopen een tijdje door het stadje om wat mooie oude gebouwen op de foto te zetten.
Voor onze volgende bestemming rijden we een kleine 30 kilometer terug het binnenland in: het Pühtitsa nonnenklooster in Kuremäe. Zo’n 80 Russisch-orthodoxe nonnen wonen en werken hier nog.
Kuremäe werd als heilig beschouwd lang voordat het klooster hier werd gebouwd. Volgens een legende verscheen de Moeder Gods hier in de 16e eeuw aan de lokale boeren. Op de heuveltop werd een kleine kapel gebouwd, die een bedevaartsoord werd. Het orthodoxe klooster werd hier gesticht en gebouwd aan het einde van de 19e eeuw, toen Estland deel uitmaakte van het tsaristische Rusland. Het klooster is nu een van de belangrijkste centra van de apostolisch-orthodoxe kerk voor Noordwest-Rusland geworden.
Kuremäe werd als heilig beschouwd lang voordat het klooster hier werd gebouwd. Volgens een legende verscheen de Moeder Gods hier in de 16e eeuw aan de lokale boeren. Op de heuveltop werd een kleine kapel gebouwd, die een bedevaartsoord werd. Het orthodoxe klooster werd hier gesticht en gebouwd aan het einde van de 19e eeuw, toen Estland deel uitmaakte van het tsaristische Rusland. Het klooster is nu een van de belangrijkste centra van de apostolisch-orthodoxe kerk voor Noordwest-Rusland geworden.
Het hele grondgebied van het klooster voelt als een levend museum. Als je rondloopt zie je de nonnen hun dagelijkse taken uitvoeren: de (overigens al hele schone) straatjes aanvegen, de bloembedden wieden enz. De grote houtstapels, die doen denken aan hooibergen, zijn een soort symbool van het klooster geworden. De vele pelgrims die in het klooster verblijven helpen ook met de dagelijkse taken, lezen we. Dat mag ook wel, want het complex heeft een hoog rollator gehalte, de nonnen die we zien zijn allemaal aardig op leeftijd. Het kerkhof ligt dan ook flink vol.
We rijden terug naar de kust en via de kustweg verder westwaarts waar we een korte stop maken bij de Valaste waterval. In het voorjaar is dit een flinke waterval, maar nu lijkt het op de straal van een oude man met prostaatproblemen… Het voordeel is wel dat je nu heel duidelijk de verschillend gekleurde grondlagen ziet.
Na een kopje koffie rijden we via het smalle kustweggetje verder. In de velden zien we grote groepen kraanvogels. Ik kan het niet laten om toch nog even weer te stoppen om foto’s te maken…
In het vissersdorpje Altja stoppen we om een 3 kilometer lange nature trail door het dorp, langs de kust en door het bos te wandelen. We zitten hier inmiddels in het Lahemaa National Park. Het dorpje wordt voor het eerst in de geschriften genoemd in 1465.
Via de oude waterput wandelen we door het dorpje met de mooie huisjes tot we bij de kust uitkomen.
Via de oude waterput wandelen we door het dorpje met de mooie huisjes tot we bij de kust uitkomen.
Daar in het water ligt de Titekivi steen. Geloven de bewoners van het achterland dat de ooievaars kinderen aan hen brachten, de kustbewoners weten wel beter: de kinderen van het dorp Altja werden door de ooievaars achter deze steen uit het water gehaald.
Op de landtong van Altja zie je de visnetloodsen die zijn gereconstrueerd aan de hand van oude foto's en de herinneringen van de dorpelingen.
Via een hangbrug (voorheen moesten de bewoners met bootjes oversteken) komen we bij een andere mooie baai uit. Het pad leidt hierna het bos in. Er zitten hier trouwens ontzettend veel muggen. Net als in Nederland is het hier lang droog geweest en nu er de laatste weken veel regen is gevallen zijn de muggen in grote getale uitgekomen en ze hebben honger! Er is geen ontkomen aan, stilstaan is geen optie want dan storten ze zich met tientallen tegelijk op je. Doorlopen dus!
Het is tijd om door te rijden naar de beoogde camping voor komende nacht. De reviews op internet zijn niet al te best maar omdat het de enige camping in de buurt is gaan we er toch maar naartoe. Het dorpje Võsu is leuk en gezellig, maar Lepispea Caravan & Camping is inderdaad behoorlijk triest. De gebouwen lijken nog uit de Sovjet-tijd te stammen en alles voelt alsof het zo in kan storten. Maar alles is redelijk schoon en het grasveld is groen dus besluiten we te blijven. En nee, we hebben geen foto's van het sanitair…
We gaan eten in het dorpje. De Fish & Chips zijn lekker, de cider en het bier zijn koud en Barth z’n loaded jacket potato is lekker maar wat minimaal voor 16 euro… We blijven ons verbazen over de prijzen in de Baltische staten, ze liggen soms nog hoger dan in Nederland.
Als we weer terug zijn bij de bus wordt het verplicht binnen zitten want het leger muggen is uit op bloed!
Als we weer terug zijn bij de bus wordt het verplicht binnen zitten want het leger muggen is uit op bloed!
Dit is de vandaag gereden route: