Gimsøysand > Fredvang (Lofoten)
Maandag 2 augustus 2021- Dag 24
Het heeft gedurende de nacht en vroege ochtend hard geregend maar als we de gordijnen opendoen schijnt de zon.
Als we aan het inpakken zijn missen we een van mijn tassen. Het kan niet anders dan dat we die gisterochtend hebben laten staan op de vorige kampeerplaats. We proberen nog contact te krijgen met de beheerders maar dat lukt vooralsnog niet. Terugrijden is een aardig eind en we weten ook niet zeker of de tas daar is blijven staan dus besluiten we door te rijden. Ik neem nog wel contact op met de kampeerplaats maar daar wordt vooralsnog niet op gereageerd. Dan de rest van de vakantie maar zonder make-up...
Als we aan het inpakken zijn missen we een van mijn tassen. Het kan niet anders dan dat we die gisterochtend hebben laten staan op de vorige kampeerplaats. We proberen nog contact te krijgen met de beheerders maar dat lukt vooralsnog niet. Terugrijden is een aardig eind en we weten ook niet zeker of de tas daar is blijven staan dus besluiten we door te rijden. Ik neem nog wel contact op met de kampeerplaats maar daar wordt vooralsnog niet op gereageerd. Dan de rest van de vakantie maar zonder make-up...
We willen niet over de drukke E10 verder zuidwaarts dus nemen we de kleinere 815 onderlangs. Hier is voornamelijk sprake van landbouw en veeteelt (koeien en schapen) op de beperkte stukken vruchtbare grond die op de Lofoten beschikbaar zijn.
Aangekomen op het eiland Flakstadøya rijden we naar het dorpje Nusfjord. De kleine, hoefijzervormige haven wordt omgeven door 12 rode 'rorbuer', de kleine rode huisjes die je overal op de Lofoten (een in de rest van Noorwegen) aan het water ziet staan en mede het beeld bepalen. Er is hier weinig plaats dus zijn de huisjes pal aan de oever gebouwd. Het zou het mooiste en best bewaarde dorp op de Lofoten zijn.
Tegenwoordig zijn het vaak toeristenaccomdaties, maar de eerste rorbuer werden al in de 12e eeuw gebouwd als onderkomens voor de vissers, zodat ze niet de hele winter onder hun omgedraaide boten hoefden te slapen. Een luxe was het nog steeds niet, er werd in deze kleine ruimtes gekookt, gegeten, gerookt, gedronken en geslapen. Het moet er dus altijd naar rook, natte kleren, vis, zweet en drank geroken hebben. Tegenwoordig wonen de meeste vissers een stuk comfortabeler op hun schepen.
Tegenwoordig zijn het vaak toeristenaccomdaties, maar de eerste rorbuer werden al in de 12e eeuw gebouwd als onderkomens voor de vissers, zodat ze niet de hele winter onder hun omgedraaide boten hoefden te slapen. Een luxe was het nog steeds niet, er werd in deze kleine ruimtes gekookt, gegeten, gerookt, gedronken en geslapen. Het moet er dus altijd naar rook, natte kleren, vis, zweet en drank geroken hebben. Tegenwoordig wonen de meeste vissers een stuk comfortabeler op hun schepen.
Njusford is tegenwoordig grotendeels een openluchtmuseum, toegang is zo’n 10 euro pp. Er wonen nog ongeveer 100 mensen die deels van de toeristenindustrie maar ook nog van de visvangst leven. Tussen februari en april worden de houten stellingen rond het dorp volgehangen met kabeljauw, die later als stokvis wordt geëxporteerd.
We steken Flakstadøya volledig over naar de andere kant waar we langs het kerkje van Flagstad komen. Dit in 1780 gebouwde kerkje met de uivormige toren is volledig gebouwd van drijfhout.
Hier gaan we ook op zoek naar een camping. De eerste campings die we tegenkomen staan flink vol en er is weinig ruimte tussen de campers. Met zo’n (in verhouding) kleine bus heb je dan al snel een opgesloten gevoel en we willen toch wat vrijer staan. We vinden dit op camping Fredvang Strand- og Skjærgårds. Een mooie grote ruimte aan een prachtig wit strand.
Helaas regent het en de kookplaten in het keukentje van de camping doen het niet dus moet de macaroni maar weer eens op het éénpittertje worden bereid.
Rond een uur of acht krijgen we bericht van de camperplaats in Laukvik: mijn tas is gevonden en kan daar worden opgehaald. We overleggen even wat te doen. Het is ruim 2 uur rijden terug naar Laukvik. Als we nu vertrekken zijn we om half 1 terug. Het wordt niet donker, dus we rijden het hele stuk in het licht. Maar we besluiten toch te wachten tot de ochtend. De weersverwachting voor morgen is niet al te best dus is het niet erg om de hele ochtend in de auto te zitten. Het wordt dus een rustig avondje in de bus.