Ondekaremba - Sesriem Camp
Zaterdag 20 juli 2019 - Dag 5
Na een steenkoude nacht, de temperatuur is tot tegen het vriespunt gedaald en ondanks de warme kleding heb ik het echt koud gehad, besluit ik er net voor zonsopgang uit te gaan. Barth ligt nog te slapen en ik probeer zo zachtjes mogelijk uit de tent te klimmen. Ik snak naar een warme douche en waag het erop, hopelijk is er warm water. Maar met je blote voeten op een natuurstenen buitendouche na zo’n koude nacht maakt het er niet beter op. Het water is maar een beetje lauw (het verbaast me dat er überhaupt iets van warm water is en pas als ik weer aangekleed ben ontdooien mijn koude ledematen een beetje.
Ik haal de camera tevoorschijn en ga richting vogelkijkpunt. Maar blijkbaar is het de vogels ook nog te fris want ik zie en hoor maar weinig vogels. Wel rennen er wat wrattenzwijnen voor me uit maar dat is ook alles.
Ik haal de camera tevoorschijn en ga richting vogelkijkpunt. Maar blijkbaar is het de vogels ook nog te fris want ik zie en hoor maar weinig vogels. Wel rennen er wat wrattenzwijnen voor me uit maar dat is ook alles.
Na een half uurtje ben ik weer terug bij het kamp. Barth is inmiddels ook wakker en wanneer de eerste warme zonnestralen ons kamp bereiken hebben we het ontbijt klaar. We hebben gezelschap van een aantal vogels die bedelen om de kruimeltjes, een grondeekhoorn en zelfs een gele mangoest, al is de foto daarvan helaas niet al te scherp geworden:
Na het ontbijt pakken we de tent in en gaan we richting receptie om de rekening te voldoen. Om kwart over tien zijn we weer onderweg. In Windhoek stoppen we nog even om nog wat dingen te kopen, zoals een verlengkabel. De meeste campings hebben een elektriciteitsaansluiting bij de standplaats en het is handig om 's nachts alles bij te kunnen laden.
Uiteindelijk zitten we pas weer tegen enen in de auto, we moeten nu nog zo'n 350 kilometer rijden waarvan een groot deel gravel is. We moeten voor zonsondergang (half zeven) bij het Sossusvlei kamp zijn want anders wordt onze plek vergeven aan mensen die standby staan buiten het hek. Het grote voordeel van binnen de hoofdpoort kamperen is dat je een uur eerder (06:45 uur) de weg op mag dan de mensen buiten de poort waardoor de de kans hebt om de zonsopkomst in de Sossusvlei te zien. We hebben maanden geleden met moeite twee overnachtingen in het binnenste kamp kunnen bemachtigen dus is ons er alles aan gelegen om op tijd te zijn.
Na een uur rijden over een goed geasfalteerde weg passeren we Rehoboth, een bijbelse term die 'Tot Hier heeft de Heer Ons Geleid' betekent. Het is de 'hoofdstad' van de Basters, afstammelingen van Nederlanders uit de Kaapkolonie en vrouwen van de inlandse Afrikaanse (Hottentot of Nama) stammen. In de negentiende eeuw waren ze hun slavenbestaan zat en trokken ze vanuit Zuid-Afrika noordwaarts waarna ze in de onbewoonde vlaktes van Namibië hun eigen gemeenschap stichtten. De Basters zijn trots op hun geuzennaam, de bastaards, ondanks dat het voor blanken een neerbuigende term is.
De volgende 150 kilometer gaan ook nog soepel maar daarna gaat de geasfalteerde weg over in een brede gravelweg. Het rijdt ook hier echter nog prima door. Veel is er onderweg niet te zien, de route lijkt met name door veeteelt gebied te gaan, gezien de vele koeien en waarschuwingsbordjes voor overstekende koeien. We stoppen alleen even bij een mooie rotsformatie langs de weg.
Uiteindelijk zitten we pas weer tegen enen in de auto, we moeten nu nog zo'n 350 kilometer rijden waarvan een groot deel gravel is. We moeten voor zonsondergang (half zeven) bij het Sossusvlei kamp zijn want anders wordt onze plek vergeven aan mensen die standby staan buiten het hek. Het grote voordeel van binnen de hoofdpoort kamperen is dat je een uur eerder (06:45 uur) de weg op mag dan de mensen buiten de poort waardoor de de kans hebt om de zonsopkomst in de Sossusvlei te zien. We hebben maanden geleden met moeite twee overnachtingen in het binnenste kamp kunnen bemachtigen dus is ons er alles aan gelegen om op tijd te zijn.
Na een uur rijden over een goed geasfalteerde weg passeren we Rehoboth, een bijbelse term die 'Tot Hier heeft de Heer Ons Geleid' betekent. Het is de 'hoofdstad' van de Basters, afstammelingen van Nederlanders uit de Kaapkolonie en vrouwen van de inlandse Afrikaanse (Hottentot of Nama) stammen. In de negentiende eeuw waren ze hun slavenbestaan zat en trokken ze vanuit Zuid-Afrika noordwaarts waarna ze in de onbewoonde vlaktes van Namibië hun eigen gemeenschap stichtten. De Basters zijn trots op hun geuzennaam, de bastaards, ondanks dat het voor blanken een neerbuigende term is.
De volgende 150 kilometer gaan ook nog soepel maar daarna gaat de geasfalteerde weg over in een brede gravelweg. Het rijdt ook hier echter nog prima door. Veel is er onderweg niet te zien, de route lijkt met name door veeteelt gebied te gaan, gezien de vele koeien en waarschuwingsbordjes voor overstekende koeien. We stoppen alleen even bij een mooie rotsformatie langs de weg.
Langzamerhand begint het landschap te veranderen, het wordt zanderiger en roder. We zien een enkele struisvogel en een antilope en enkele zandhozen maar verder niet zoveel tot we in de verte antilopen zien staan. Het blijken de voor Namibië zo iconische oryxen (gemsbokken) te zijn. Ze zijn makkelijk te herkennen aan zwart-witte koppen maar vooral de extreem lange horens. Ze staan niet heel dichtbij dus echt mooie foto’s zijn het nog niet, maar we gaan er vast meer zien.
Een stukje verderop zien we de eerste zebra. We herkennen het dier in eerste instantie niet als zebra omdat het erg klein is maar het blijkt nog een jonge dier te zijn. Zodra het ons ziet galoppeert het weg waarbij alle hoefjes van de grond los komen en het kleine diertje een stofwolk achterlaat.
Net na vijf uur komen we aan bij de Sesriem campsite. Bij de poort wordt gecontroleerd of we een reservering hebben en wordt ons kenteken genoteerd. Alles is in orde en we mogen doorrijden naar de receptie. Ook daar blijkt alles in orde, we zien onze namen al op een groot whiteboard staan en krijgen, na het kopen van permits die toegang tot het park geven campsite 22 toegewezen.
Op de camping heerst een opwindende drukte. Overal worden kampen ingericht en tenten opgezet. De eerste safariwagens komen terug van hun dagtochten en vlak over ons hoofd scheert een vliegtuigje dat een rondvlucht heeft gemaakt of rijke gasten komt brengen.
Net voor zonsondergang hebben we ons kampje ingericht. Zin om naar het restaurant te gaan hebben we niet dus koken we deze avond onze eigen pasta maaltijd. De temperatuur is tot vrij laat heerlijk dus dik in de kleren hoeven we niet.
Op de camping heerst een opwindende drukte. Overal worden kampen ingericht en tenten opgezet. De eerste safariwagens komen terug van hun dagtochten en vlak over ons hoofd scheert een vliegtuigje dat een rondvlucht heeft gemaakt of rijke gasten komt brengen.
Net voor zonsondergang hebben we ons kampje ingericht. Zin om naar het restaurant te gaan hebben we niet dus koken we deze avond onze eigen pasta maaltijd. De temperatuur is tot vrij laat heerlijk dus dik in de kleren hoeven we niet.
We gaan niet al te laat naar bed, de wekker gaat morgen om kwart over vijf al.
Het is vergeleken bij de stilte van gisteren wel een overgang: er zitten hier vooral veel groepen die tot laat veel lawaai maken. Gelukkig hebben we oordopjes die het grootse deel van het lawaai wegfilteren. Nacht twee in de daktent is ingegaan.
Het is vergeleken bij de stilte van gisteren wel een overgang: er zitten hier vooral veel groepen die tot laat veel lawaai maken. Gelukkig hebben we oordopjes die het grootse deel van het lawaai wegfilteren. Nacht twee in de daktent is ingegaan.