Danpaati River Lodge
Maandag 20 februari 2017 - Dag 5
Om tien voor zeven horen we voetstappen voor onze deur en geluiden dat er iets op op het tafeltje naast de deur wordt gezet. Het is heet water voor thee en koffie, dit krijgen we iedere ochtend gedurende ons verblijf.
Het is al redelijk licht maar de zon is nog niet op. Verderop is de rivier gehuld in mist. We gaan niet terug naar bed maar gaan met ons kopje koffie op de veranda zitten om de zon op te zien gaan. Er komen inmiddels veelvuldig boten voorbij: het personeel van Danpaati, schoolkinderen die naar de school in Dan gaan, boten vol mensen met een voor ons onbekende bestemming.
Het is al redelijk licht maar de zon is nog niet op. Verderop is de rivier gehuld in mist. We gaan niet terug naar bed maar gaan met ons kopje koffie op de veranda zitten om de zon op te zien gaan. Er komen inmiddels veelvuldig boten voorbij: het personeel van Danpaati, schoolkinderen die naar de school in Dan gaan, boten vol mensen met een voor ons onbekende bestemming.
Na het ontbijt verzamelen we ons bij de boot. We gaan naar het dorp Dan op een paar minuutjes varen om te zien hoe het leven in een van de Saramaccaner dorpen is. De Saramaccaners zijn afstammelingen van de marrons (het woord is afgeleid van het Spaanse woord "cimarron", wat "ontsnapt vee" betekent), de slaven die vanaf de plantages gevlucht zijn en zich in het binnenland hebben gevestigd. En iedere keer als ze door de expedities die in opdracht van de planters de slaven probeerden terug te halen werden ontdekt zijn ze verder het binnenland ingetrokken. “Dan” is zo'n dorp. Akoafissi komt uit Dan en leidt ons ruim 2,5 uur rond terwijl hij uitleg geeft over het leven in het dorp.
In Dan wonen zo'n 2000 mensen. Er is een crèche en een school waar kinderen tot en met groep 8 naartoe kunnen. Voor een vervolgopleiding moeten ze naar Atjoni waar ze in een kosthuis kunnen wonen en voor een hogere opleiding moeten ze naar Paramaribo of Nederland, maar daar hebben slechts weinig mensen geld voor. De mensen in de dorpen zijn grotendeels zelfvoorzienend en leven van regenwater, vis, vlees, groente en fruit. Sinds de komst van de Lodge werken aardig wat mensen in de Lodge en zodoende is er meer geld om ook andere levensmiddelen en artikelen te halen uit de stad. Stroom is er slechts enkele uren per dag, in de avond door middel van een zware generator, een gift van de overheid.
In Dan wonen zo'n 2000 mensen. Er is een crèche en een school waar kinderen tot en met groep 8 naartoe kunnen. Voor een vervolgopleiding moeten ze naar Atjoni waar ze in een kosthuis kunnen wonen en voor een hogere opleiding moeten ze naar Paramaribo of Nederland, maar daar hebben slechts weinig mensen geld voor. De mensen in de dorpen zijn grotendeels zelfvoorzienend en leven van regenwater, vis, vlees, groente en fruit. Sinds de komst van de Lodge werken aardig wat mensen in de Lodge en zodoende is er meer geld om ook andere levensmiddelen en artikelen te halen uit de stad. Stroom is er slechts enkele uren per dag, in de avond door middel van een zware generator, een gift van de overheid.
Bij het voetbalveld staan enkele vrouwen souvenirs te verkopen voor de vrouwen in het dorp. De meeste mensen kopen wel iets en de dame is zichtbaar blij met de opbrengst, dit is een mooi extra zakcentje voor de dorpelingen. Het valt op dat alles zo schoon is. Per familie (dus ook opa's en oma's, ooms en tantes) wordt een woonhuisje, een apart huisje waar gekookt wordt en een voedselopslaghuisje gedeeld. De paden zijn geveegd, potten en pannen liggen schoon in de keukengebouwtjes en het ziet er opgeruimd uit. Naast de huizen staan grote tanks voor het opvangen van regenwater.
Maar het allerleukst is toch wel het bezoek aan de school. We praten eerst een kwartiertje met de directrice van de school. Ze vertelt dat het schoolgeld 35 SRD (plm. €4,50) per kind per schooljaar is. Dit is voor de mensen op te brengen. Er gaan hier zo'n 270 kinderen uit Dan en omliggende dorpen naar school. Na het praatje gaat de bel voor de pauze en mogen we een klas in. De kinderen kijken even de kat uit de boom maar zijn dan te nieuwsgierig naar de camera's die we mee hebben gebracht en het ontaardt in over elkaar heen buitelende kinderen die op de foto willen of, zoals in mijn geval, zelf foto's en filmpjes mogen maken. Het is superleuk.
Om de kinderen niet te lang uit hun ritme te halen lopen we na een kwartiertje verder, we worden uitgebreid uitgezwaaid. Een stukje verderop komen we bij de creche. Hier mogen kinderen van 6 maanden tot 4 jaar naartoe, jongere kinderen vanaf één maand alleen voor korte opvang, als de moeder iets belangrijks moet doen. Een van de mensen uit de groep heeft ballonnen meegenomen die door de kinderen dankbaar in ontvangst worden genomen, er wordt druk mee gespeeld.
In het dorp blijkt ook een "ongesteldheidshuis" te zijn. Vrouwen die ongesteld zijn nemen hier maandelijks hun intrek in omdat ze 'niet onrein door het dorp mogen lopen'. Ook wordt er veel aan gedaan om de geesten goed gestemd te houden (winti). Zo zijn er diverse offerplaatsen in de stad en hangen er op diverse plaatsen bladerdeuren, waarachter bijvoorbeeld een grote boom staat waar alleen de medicijnman mag komen om offerandes te doen. Het is een veel interessantere rondwandeling dan dat ik verwacht had, we hebben heel veel geleerd van het leven hier in de rivierdorpen. Het leven moet hier, in ieder geval tot de slavernij in 1863 (Nederland was het laatste land dat de slavernij afschafte) afgeschaft werd, vreselijk zwaar zijn geweest. De constante angst dat je gevonden werd door de strafexpedities en de zware lijfstraffen die daarop volgden, zelfs executies, maar ook ziektes en geen enkele gezondheidszorg.
In 2008 is door een Surinaamse econoom uitgerekend dat Nederland tussen 1650 en 1940 zeker 1288 miljard euro (omgerekend naar het huidige prijsniveau) heeft verdiend aan de uitvoer van koffie, cacao, katoen en suiker, waarvan na toepassing van een speciaal rekenmodel nog een restschuld van 379 miljard euro overblijft. Of er ooit financiële compensatie komt is onduidelijk, het blijft in ieder geval een teer onderwerp en een bijzonder zwart hoofdstuk uit onze geschiedenis.
We hebben de hele middag vrij. Na de lunch duik ik in de hangmat op de veranda, Barth doet een dutje op de ligstoel. In de namiddag gaan we naar de bar om te lezen en te bloggen en om een koud biertje te drinken.
Na het diner (we eten weer buiten in de tuin) worden we getrakteerd op traditionele dans en muziek door een tiental dames uit het dorp. Ze zingen voorovergebogen terwijl ze ritmisch in hun handen klappen, voorovergebogen omdat de slaven vroeger hun meester niet aan mochten kijken. De eerste liederen bezingen het slavenleven, daarna wordt er overgegaan tot wat luchtigere liederen: de vrouwen verleiden hiermee de mannen. Er wordt veelvuldig met de heupen gedraaid en zelfs Akoafissie en een van de andere mannen (hij noemt zichzelf Pannenkoek) dansen mee. Het is bijzonder boeiend om te zien.
In 2008 is door een Surinaamse econoom uitgerekend dat Nederland tussen 1650 en 1940 zeker 1288 miljard euro (omgerekend naar het huidige prijsniveau) heeft verdiend aan de uitvoer van koffie, cacao, katoen en suiker, waarvan na toepassing van een speciaal rekenmodel nog een restschuld van 379 miljard euro overblijft. Of er ooit financiële compensatie komt is onduidelijk, het blijft in ieder geval een teer onderwerp en een bijzonder zwart hoofdstuk uit onze geschiedenis.
We hebben de hele middag vrij. Na de lunch duik ik in de hangmat op de veranda, Barth doet een dutje op de ligstoel. In de namiddag gaan we naar de bar om te lezen en te bloggen en om een koud biertje te drinken.
Na het diner (we eten weer buiten in de tuin) worden we getrakteerd op traditionele dans en muziek door een tiental dames uit het dorp. Ze zingen voorovergebogen terwijl ze ritmisch in hun handen klappen, voorovergebogen omdat de slaven vroeger hun meester niet aan mochten kijken. De eerste liederen bezingen het slavenleven, daarna wordt er overgegaan tot wat luchtigere liederen: de vrouwen verleiden hiermee de mannen. Er wordt veelvuldig met de heupen gedraaid en zelfs Akoafissie en een van de andere mannen (hij noemt zichzelf Pannenkoek) dansen mee. Het is bijzonder boeiend om te zien.
Als de vrouwen uitgezongen zijn, het is inmiddels tegen 22:00 uur, gaan we in het donker op kaaimannentocht. We hebben weinig succes. Het water staat te hoog en buiten af en toe een reflecterend oogje zien we geen kaaimannen. Wél zien we hoog in een boom een grote uil. Onverstoorbaar bekijkt hij de groep mensen in de boot onder zich, waarschijnlijk is hij het inmiddels wel gewend.
Voordat we gaan slapen moet Barth nog weer twee grote spinnen uit huis verwijderen, maar als het hierbij blijft ben ik allang blij!
Voordat we gaan slapen moet Barth nog weer twee grote spinnen uit huis verwijderen, maar als het hierbij blijft ben ik allang blij!