Belize Zoo - Banana Bank
Vrijdag 21 juli 2017 - Dag 9
Ook vandaag zijn we weer voor zonsopgang wakker. Helaas is die minder mooi dan gisteren, er zit duidelijk regen in de lucht. We hebben gepland om voor het ontbijt nog een wandeling door de omgeving te maken maar de onweersbuien die volgen maken dit helaas onmogelijk.
Na het ontbijt wordt het droog en vertrekken we naar de Belize Zoo. Nou hebben wij inmiddels ons deel aan foute dierentuinen wel gehad maar iedereen is laaiend enthousiast over deze dierentuin die eigenlijk geen dierentuin is. Na de opnames van een natuur documentaire begin tachtiger jaren bleven de filmmakers achter met een 17-tal half tamme dieren die niet meer terug de natuur in konden. Er werd een stuk grond aangekocht waar in de loop der jaren de Belize Zoo ontstond, een opvangcentrum voor gedumpte wilde dieren die als huisdier werden gehouden, gewonde of jonge dieren die niet (meer) voor zichzelf konden zorgen of, zoals een krokodil die alle tilapia van vissers opvrat, dieren die op verzoek van de bevolking zijn opgehaald om ze voor een wisse dood te behoeden.
We hebben toch zeker 2,5 uur nodig om het park rustig te bekijken, maar de meeste tijd brengen we door bij de harpij-arend. Wat een magnifiek dier! Hij heeft wat ruimte om te vliegen en doet dat regelmatig, waardoor de enorme spanwijdte van de vleugels goed zichtbaar. Maar het blijft schrijdend dat dit indrukwekkende dier nooit meer vrij rond zal kunnen vliegen. De harpijarend is een aantal jaren geleden voorzien van een zender uitgezet in Belize als proef maar ze bleken door de Mennonieten (daar zijn ze weer) uit de lucht geschoten omdat die ze als bedreiging voor hun vee zagen. Proef dus mislukt.
Naast tapirs, apen, herten, papegaaien, krokodillen, toekans, grijze vosjes, coatimundi’s en pelikanen zijn er meerdere katachtigen: jaguars, puma’s, ocelots en jaguarundi’s. En oh ja, een boa constrictor, Balboa genoemd. En die mocht ik even vasthouden :-)
Na een lunch in het park vertrekken we naar de Nohoch Che’en grotten om daar te gaan tuben: in een grote binnenband drijf je op de stroming van ondergrondse stromen door het grottenstelsel. Helaas heeft het de dagen ervoor teveel geregend waardoor de waterstand te hoog is en het niet veilig is. Jammer!
Tijdens de vlucht van Houston naar Belize zaten we naast een Amerikaanse man. We raakten met hem in gesprek en hij stelde zich voor als John Carr. Hij had ruim veertig jaar geleden met een zakenpartner een groot stuk grond in Belize gekocht te hebben waar hij een huis en meerdere bijgebouwen (ontworpen door zijn vrouw) op heeft gezet en waar hij suikerriet, mais en sojabonen op is gaan verbouwen. Daarnaast houdt hij enkele honderden stuks koeien (een kruising tussen Engelse en Indiase koeien (het Indiase deel omdat ze tegen de hitte moeten kunnen) en meer dan honderd paarden. En ze zijn een lodge begonnen die de naam van het stuk land draagt dat hij gekocht heeft: Banana Bank. Hij nodigt ons uit om hem daar te bezoeken als het in ons schema past. We besluiten om naar de Banana Bank Lodge te rijden om hem op te zoeken.
De Lodge ligt op een kilometer of tien buiten Belmopan, de hoofdstad van Belize. Belmopan is met slechts 20.000 inwoners naar verluidt overigens de hoofdstad met de minste inwoners ter wereld. Als we bij Banana Bank aankomen horen we van afstand het gekrijs van papegaaien. Dat is waar ook, zijn vrouw (haar hebben we nog niet ontmoet, ze zat ergens anders in het vliegtuig houdt als hobby meerdere papegaaien, enkele dagen geleden was er onverwacht een baby geboren.
Het terrein van Banana Bank is prachtig. Naast een zwembad zijn er verschillende gebouwen die dienen als restaurant en slaapgelegenheden en de receptie. John is er niet, maar Barth hem aan de telefoon en hij zegt er binnen het half uur te zijn, wat ook zo is. Hij begroet ons hartelijk en we krijgen tegen gereduceerd tarief een kamer, wat natuurlijk ontzettend aardig is.
Tijdens de vlucht van Houston naar Belize zaten we naast een Amerikaanse man. We raakten met hem in gesprek en hij stelde zich voor als John Carr. Hij had ruim veertig jaar geleden met een zakenpartner een groot stuk grond in Belize gekocht te hebben waar hij een huis en meerdere bijgebouwen (ontworpen door zijn vrouw) op heeft gezet en waar hij suikerriet, mais en sojabonen op is gaan verbouwen. Daarnaast houdt hij enkele honderden stuks koeien (een kruising tussen Engelse en Indiase koeien (het Indiase deel omdat ze tegen de hitte moeten kunnen) en meer dan honderd paarden. En ze zijn een lodge begonnen die de naam van het stuk land draagt dat hij gekocht heeft: Banana Bank. Hij nodigt ons uit om hem daar te bezoeken als het in ons schema past. We besluiten om naar de Banana Bank Lodge te rijden om hem op te zoeken.
De Lodge ligt op een kilometer of tien buiten Belmopan, de hoofdstad van Belize. Belmopan is met slechts 20.000 inwoners naar verluidt overigens de hoofdstad met de minste inwoners ter wereld. Als we bij Banana Bank aankomen horen we van afstand het gekrijs van papegaaien. Dat is waar ook, zijn vrouw (haar hebben we nog niet ontmoet, ze zat ergens anders in het vliegtuig houdt als hobby meerdere papegaaien, enkele dagen geleden was er onverwacht een baby geboren.
Het terrein van Banana Bank is prachtig. Naast een zwembad zijn er verschillende gebouwen die dienen als restaurant en slaapgelegenheden en de receptie. John is er niet, maar Barth hem aan de telefoon en hij zegt er binnen het half uur te zijn, wat ook zo is. Hij begroet ons hartelijk en we krijgen tegen gereduceerd tarief een kamer, wat natuurlijk ontzettend aardig is.
We brengen de rest van de middag bij het zwembad door en als we later in het restaurant zitten schuift hij bij ons aan. Hij belooft ons de volgende dag een autotoer over zijn landgoed te geven en ons wat agrarische kennis bij te brengen. Onderwijl wordt zijn vrouw weggeroepen: er is een twee meter lange slang gezien in een van de hokken van de papegaaien. Een half uur lang wordt er naar de slang gezocht maar er wordt niks gevonden. Gelukkig maar, want de slechts tien dagen oude papegaai ligt in een dierentransportkooi op de grond en daar wil je geen slang bij in de buurt.
John nodigt ons uit om mee te gaan naar de “Inspiration Hall”, een grote ruimte boven het restaurant. Wat we daar aantreffen is ongelooflijk. Zijn vrouw blijkt een begenadigd kunstenares. Er staan en hangen tientallen prachtige schilderijen in allerlei formaten die het leven van de Maya’s en de Creolen in de voorgaande eeuwen in Belize afbeelden. John geeft ons uitleg over de beelden die erop uitgebeeld worden. De ene is nog mooier dan de andere en in iedere hoek van de schilderijen wordt een verhaal verteld. We zijn zwaar onder de indruk.
John nodigt ons uit om mee te gaan naar de “Inspiration Hall”, een grote ruimte boven het restaurant. Wat we daar aantreffen is ongelooflijk. Zijn vrouw blijkt een begenadigd kunstenares. Er staan en hangen tientallen prachtige schilderijen in allerlei formaten die het leven van de Maya’s en de Creolen in de voorgaande eeuwen in Belize afbeelden. John geeft ons uitleg over de beelden die erop uitgebeeld worden. De ene is nog mooier dan de andere en in iedere hoek van de schilderijen wordt een verhaal verteld. We zijn zwaar onder de indruk.
Dan neemt hij ons mee naar de ruimte ernaast. Hier staat zijn collectie aan archeologische opgravingen uit onder andere de Maya tijd, voornamelijk vondsten op zijn eigen land. Het is niet zijn eigendom: alle archeologische vondsten behoren aan de overheid toe maar mogen wel in bezit blijven van de vinder. Ook laat hij ons foto’s zien van hemzelf als jonge man, hij is een tijd rodeo-rijder geweest en we zien een foto van hem terwijl hij toekijkt naar Ted Kennedy (de broer van) terwijl die rodeo rijdt. Op tafel ligt een exemplaar van de National Geographic Magazine van april 1972, op basis van een uitgebreid artikel in dit blad over Belize heeft hij besloten zijn heil in dit land te gaan zoeken.
Als we weer terug zijn in onze kamer raken we niet uitgepraat over dit echtpaar. John, met zijn 76 jaar en lange grijs/blonde haren en cowboyhoed een excentrieke man en Carolyne, zijn fragiel ogende maar taaie vrouw met een fantastisch schilderstalent. We zijn het dan wel niet aldoor eens met zijn standpunten (bijvoorbeeld als het gaat om het telen van genetisch gemanipuleerde gewassen) maar we hebben wel respect voor hun doorzettingsvermogen en wat ze bereikt hebben. Hoe een ontmoeting van twee uur in een vliegtuig tot een avond als deze kan leiden…
Als we weer terug zijn in onze kamer raken we niet uitgepraat over dit echtpaar. John, met zijn 76 jaar en lange grijs/blonde haren en cowboyhoed een excentrieke man en Carolyne, zijn fragiel ogende maar taaie vrouw met een fantastisch schilderstalent. We zijn het dan wel niet aldoor eens met zijn standpunten (bijvoorbeeld als het gaat om het telen van genetisch gemanipuleerde gewassen) maar we hebben wel respect voor hun doorzettingsvermogen en wat ze bereikt hebben. Hoe een ontmoeting van twee uur in een vliegtuig tot een avond als deze kan leiden…