Orange Walk - Corozal - Cerros - Sarteneja
Dinsdag 18 juli 2017 - Dag 6
Vandaag willen we naar het noorden van Belize. Rond kwart over tien vertrekken we naar Corozal, een klein stadje niet ver van de grens met Mexico.
Als we daar een uurtje later aankomen besluiten we even door te rijden naar Santa Elena, op de grens met Mexico. Wat we niet verwachten is een door hoge hekken afgeschermde “free zone” waar alleen Mexicanen blijken te mogen shoppen en de Belizianen niet. Het ziet er troosteloos uit, dus we rijden maar weer terug naar Corozal voor de lunch aan de Corozal Bay.
Ons volgende doel is Cerros, of Cerro Maya, de enige Maya ruïne aan het water. De weg er naartoe is slecht, het is gravel en het zit vol met gaten dus we schieten maar langzaam op.
Na tien kilometer hobbelen komen we bij de eerste van twee handaangedreven veerboten. Middels dikke kabels die tussen beide oevers zijn gespannen wordt de veerboot, waarop voor maximaal vier auto’s tegelijk plaats is, heen en weer getrokken. Het is zwaar werk in de hete zon maar het is te kostbaar om er een brug aan te leggen, het is goedkoper om 24 uur per dag mensen aan het werk te hebben. De overtocht is gratis, veel lokale bewoners “betalen” de mannen met flesjes koud water of frisdrank. We moeten er zo'n drie kwartier wachten tot we de auto op de boot mogen rijden, de overtocht duurt een minuut of tien.
Na tien kilometer hobbelen komen we bij de eerste van twee handaangedreven veerboten. Middels dikke kabels die tussen beide oevers zijn gespannen wordt de veerboot, waarop voor maximaal vier auto’s tegelijk plaats is, heen en weer getrokken. Het is zwaar werk in de hete zon maar het is te kostbaar om er een brug aan te leggen, het is goedkoper om 24 uur per dag mensen aan het werk te hebben. De overtocht is gratis, veel lokale bewoners “betalen” de mannen met flesjes koud water of frisdrank. We moeten er zo'n drie kwartier wachten tot we de auto op de boot mogen rijden, de overtocht duurt een minuut of tien.
Verder gaat het over de gravelweg, richting Copper Bank, een slaperig dorpje op een paar kilometer van Cerros. Als we aankomen op de bijna verlaten parkeerplaats van Cerros en uitstappen worden we belaagd door een leger hongerige muskieten. We spuiten onszelf een vergiftiging met de Deet maar dat houdt ze maar nét tegen. We proberen zoveel mogelijk in de zon te blijven (daar zijn ze minder actief) maar kunnen niet vermijden dat we ook delen in de schaduw moeten lopen. Het is een marteling…
We zijn blij als we bij de eerste en tevens ook mooiste tempel, saai genoeg “Structure 5” genoemd, geen mooie verhalen dus over de deze tempel. Ook van deze tempel zijn de flankerende maskers met moderne replica’s bedekt, helaas minder mooi uitgevoerd dan die in Lamanai. We besluiten weg te gaan, het is leuk om Cerros gezien te hebben maar met al die muggen is het geen doen.
We zijn blij als we bij de eerste en tevens ook mooiste tempel, saai genoeg “Structure 5” genoemd, geen mooie verhalen dus over de deze tempel. Ook van deze tempel zijn de flankerende maskers met moderne replica’s bedekt, helaas minder mooi uitgevoerd dan die in Lamanai. We besluiten weg te gaan, het is leuk om Cerros gezien te hebben maar met al die muggen is het geen doen.
Een stuk verderop komen we bij de volgende veerboot. Hier is maar één man aanwezig dus Barth helpt met het draaien. Het is maar een smal stukje dus we zijn binnen no time aan de overkant.
Vanaf hier gaat het over een nog slechtere gravelweg zonder verdere onderbrekingen met een tempo van gemiddels tien kilometer per uur door naar Shipstern Nature Reserve. Hier is beperkte accomodatie en we hebben niets gereserveerd dus hopelijk hebben ze nog een kamer over.
Als we bij Shipstern aankomen is het al na sluitingstijd. Een man komt op ons af, het blijkt de vogel gids te zijn. Er is geen kamer meer over helaas en ook blijkt hij de volgende dag niet te werken, dus we kunnen geen tour met hem doen. Dubbel pech dus. We rijden door naar Backpacker’s Paradise. Het lijkt verlaten maar dan komt er toch een Spaans-sprekende dame naar buiten. Ze heeft nog een huisje vrij, een Mennonietenhuis. Voor maar 25 euro is ‘ie voor ons. Dat doen we natuurlijk, het is een prachtige plek in de natuur en het huis is te gek!
Als we ingecheckt zijn stappen we in de auto naar Sartaneja, een piepklein vissersdorpje waar ook boten worden gebouwd. Dat zien we helaas niet, het is inmiddels donker en we zijn op weg naar Crabby’S, het enige restaurantje in het dorpje. We bestellen gebakken garnalen voor mij en Barth gaat voor de kreeft! Het seizoen blijkt net begonnen, Barth is de tweede die kreeft bestelt.
We verwachten er niet zoveel van maar het eten is heerlijk, mals en smaakvol. Dikke tien! Een elf als je het heerlijke kokosijs toetje meetelt ;-)
Dag zes zit erop!
We verwachten er niet zoveel van maar het eten is heerlijk, mals en smaakvol. Dikke tien! Een elf als je het heerlijke kokosijs toetje meetelt ;-)
Dag zes zit erop!