Belize City - Altun Ha - Orange Walk
Zondag 16 juli 2017 - Dag 4
Vandaag halen we onze auto op! Als de taxi die ons naar het autoverhuurbedrijf buiten Belize City brengt voor komt rijden regent het flink, het is de eerste regen van de vakantie. We waren hier natuurlijk op voorbereid, het is regentijd in Belize, maar over het algemeen valt het met de regen best mee was onze ervaring in Costa Rica en Panama. Af en toe een fikse bui en dan is het weer droog. Ook nu blijkt dit het geval te zijn, want als we bij AQ Car rentals aankomen is het gestopt met regenen.
We worden hartelijk ontvangen en in het half uur dat volgt worden we door het verplichte papieren woud getrokken. Maar dan mogen we onze auto in ontvangst nemen, een wat ouder model Jeep Grand Cherokee, al jaren een van mijn favoriete auto’s. We zouden een Nissan Xterra krijgen, dus dit is een prettige verrassing.
We worden hartelijk ontvangen en in het half uur dat volgt worden we door het verplichte papieren woud getrokken. Maar dan mogen we onze auto in ontvangst nemen, een wat ouder model Jeep Grand Cherokee, al jaren een van mijn favoriete auto’s. We zouden een Nissan Xterra krijgen, dus dit is een prettige verrassing.
Zodra alle controles op beschadigingen achter de rug zijn en de handtekeningen gezet gaan we op weg naar Altun Ha, de Maya ruines die het label van het Belikin bier en de bankbiljetten hebben geinspireerd.
Altun Ha is zeker niet het grootste en meest indrukwekkende Maya complex in Belize maar het moet mooi genoeg zijn om te bezoeken. En we moeten ook klein beginnen, vinden we!
Bij de ingang worden we aangesproken door een gids. Hij heet Frederick en wil ons graag rondleiden. De laatste jaren maken we steeds vaker gebruik van een gids omdat je zo een veel mooier beeld krijgen van de plek die we bezoeken, vaak weten ze details die je niet in de gidsen leest. Frederick blijkt een uitstekende zet. De 32-jarige man vertelt enthousiast over “zijn” Maya tempels en heeft veel kennis en ook - heel belangrijk - humor.
Goed, terug naar de tempels. De ruines zijn rond 1960 ontdekt en zijn tussen 2000 en 2004 flink aangepakt waardoor ze er nu goed onderhouden uitzien. Altun Ha was een rijke en belangrijke handels- en agrarische stad met 8000 tot 10.000 inwoners en bestond zeker al 200 jaar BC, mogelijk zelfs eerder.
De grootste tempel is de Tempel van de Zonnegod (zie de vier foto's hieronder). Het mooi gerestaureerde bouwwerk stamt uit de eerste helft van de 7e eeuw. We mogen het beklimmen (wat ons verbaast, je zou denken dat voor het behoud van de tempels zoiets verboden zou zijn, een bewaker is ook in geen velden of wegen te bekennen).
Altun Ha is zeker niet het grootste en meest indrukwekkende Maya complex in Belize maar het moet mooi genoeg zijn om te bezoeken. En we moeten ook klein beginnen, vinden we!
Bij de ingang worden we aangesproken door een gids. Hij heet Frederick en wil ons graag rondleiden. De laatste jaren maken we steeds vaker gebruik van een gids omdat je zo een veel mooier beeld krijgen van de plek die we bezoeken, vaak weten ze details die je niet in de gidsen leest. Frederick blijkt een uitstekende zet. De 32-jarige man vertelt enthousiast over “zijn” Maya tempels en heeft veel kennis en ook - heel belangrijk - humor.
Goed, terug naar de tempels. De ruines zijn rond 1960 ontdekt en zijn tussen 2000 en 2004 flink aangepakt waardoor ze er nu goed onderhouden uitzien. Altun Ha was een rijke en belangrijke handels- en agrarische stad met 8000 tot 10.000 inwoners en bestond zeker al 200 jaar BC, mogelijk zelfs eerder.
De grootste tempel is de Tempel van de Zonnegod (zie de vier foto's hieronder). Het mooi gerestaureerde bouwwerk stamt uit de eerste helft van de 7e eeuw. We mogen het beklimmen (wat ons verbaast, je zou denken dat voor het behoud van de tempels zoiets verboden zou zijn, een bewaker is ook in geen velden of wegen te bekennen).
Op de tempel staat een altaar waarop kopal werd verbrand en prachtig objecten van jade als offer werden verbrijzeld. Bewijzen van menselijke offers zijn er niet gevonden, maar er zijn wel meerdere tombes van priesters gevonden. De mooiste vondst was een 15 centimeter groot hoofd van jade, van Kinich Ahau, de zonnegod van de Maya’s.
Aan het tweede plein ligt de Tempel van de Groene Tombe. Diep in de tempel is de tombe van een priester gevonden. Met hem zijn meer dan 300 jaden objecten (wat de naam “Groene Tombe” heeft opgeleverd) kettingen van schelpen, aardewerk, parels en vuursteen gevonden.
Onze gids vertelt de mooiste verhalen, we zien bijna voor ons hoe het hier eeuwen geleden eruit moet hebben gezien. Samen speculeren we over de oorzaak van de ondergang van de Maya’s, iets wat nooit volledig verklaard is. Er zijn meer dan 88 theorieen over hun ondergang: een enorme droogte, veroorzaakt door eeuwenlang kappen van bomen wat een dramatische reductie in regenval betekende is waarschijnlijk de meest voor de hand liggende reden. Klimaatverandering dus, ook toen al door de mensen zelf veroorzaakt.
Onze gids vertelt de mooiste verhalen, we zien bijna voor ons hoe het hier eeuwen geleden eruit moet hebben gezien. Samen speculeren we over de oorzaak van de ondergang van de Maya’s, iets wat nooit volledig verklaard is. Er zijn meer dan 88 theorieen over hun ondergang: een enorme droogte, veroorzaakt door eeuwenlang kappen van bomen wat een dramatische reductie in regenval betekende is waarschijnlijk de meest voor de hand liggende reden. Klimaatverandering dus, ook toen al door de mensen zelf veroorzaakt.
Frederick neemt ons mee naar het midden van het plein. Nu ligt er gras maar onder het gras ligt kalksteen. Het gras is blijven liggen om het kalksteen te beschermen maar ook zonder de kalkstenen vloer is de demonstratie die Frederick houdt indrukwekkend. Hij klapt in zijn handen: de akoestiek is geweldig en levert een indrukwekkende echo op! En hoe effectief de tempels ten opzichte van elkaar gebouwd waren blijkt als hij ons naar de Groene Tempel stuurt. Wij staan er bovenop, hij midden op het plein, zeker 100 meter verderop en een stuk lager. Hij kan onze vragen zelfs als we fluisteren beantwoorden!
Naast de tempel bevond zich het huis van de priester. Bij belangrijke gebeurtenissen hulde de priester zich in de pels van bijvoorbeeld een jaguar, op zijn hoofd droeg hij een tooi van papagaaienveren. Vanuit de nissen naast het platform kwam rook en zo toonde hij zich aan de Maya’s beneden hem. Het moet een indrukwekkend schouwspel zijn geweest.
Naast de tempel bevond zich het huis van de priester. Bij belangrijke gebeurtenissen hulde de priester zich in de pels van bijvoorbeeld een jaguar, op zijn hoofd droeg hij een tooi van papagaaienveren. Vanuit de nissen naast het platform kwam rook en zo toonde hij zich aan de Maya’s beneden hem. Het moet een indrukwekkend schouwspel zijn geweest.
De zwarte orchidee, de nationale bloem van Belize.
Als we het hele terrein gezien hebben lopen we naar het Maya Crystal Skull restaurant (een behoorlijke mond vol voor een houten hutje, het doet me vooral aan een Indiana Jones film denken) en genieten daar met Ferdinand van een paar koude drankjes en heerlijk sappige koele watermeloen.
Het was ons inmiddels al opgevallen dat er talloze gele vlinders rondfladderen en ze vliegen allemaal dezelfde kant op: van noord naar zuid. Het zijn er duizenden, zelfs tienduizenden! Ook Ferdinand kan er geen verklaring voor geven. We googelen het maar eens. Het blijkt dat dit de week van de migratie van de Phoebis Sennae ("wolkenloze zwavel") vlinder is. Rond deze tijd vliegen deze vlinders vanuit de VS en zelfs zover als Canada over Midden-Amerika naar Zuid-Amerika. Wat een reis voor zulke kwetsbare diertjes!
We nemen afscheid van Ferdinand en rijden terug naar de hoofdweg. Hier zetten we koers naar Orange Walk, op een kleine uurtje rijden van Altun Ha. Doel is de Lamanai Riverside Retreat waar we de komende twee nachten zullen verblijven. Als we er rond half vier in de middag aankomen worden we hartelijk begroet door de eigenaar van dit familiehotel. Hij brengt ons naar onze cabin, die er volgens ons nog niet zo lang staat. Het is een prachtige plek met uitzicht op de New River, met vogels in overvloed.
Het was ons inmiddels al opgevallen dat er talloze gele vlinders rondfladderen en ze vliegen allemaal dezelfde kant op: van noord naar zuid. Het zijn er duizenden, zelfs tienduizenden! Ook Ferdinand kan er geen verklaring voor geven. We googelen het maar eens. Het blijkt dat dit de week van de migratie van de Phoebis Sennae ("wolkenloze zwavel") vlinder is. Rond deze tijd vliegen deze vlinders vanuit de VS en zelfs zover als Canada over Midden-Amerika naar Zuid-Amerika. Wat een reis voor zulke kwetsbare diertjes!
We nemen afscheid van Ferdinand en rijden terug naar de hoofdweg. Hier zetten we koers naar Orange Walk, op een kleine uurtje rijden van Altun Ha. Doel is de Lamanai Riverside Retreat waar we de komende twee nachten zullen verblijven. Als we er rond half vier in de middag aankomen worden we hartelijk begroet door de eigenaar van dit familiehotel. Hij brengt ons naar onze cabin, die er volgens ons nog niet zo lang staat. Het is een prachtige plek met uitzicht op de New River, met vogels in overvloed.
De eigenaar houdt zich bezig met het welzijn van de krokodillen in de rivier en later die avond lokt hij een van de krokodillen (deze is ongeveer 1,5 meter lang) met wat slachtafval naar de waterkant. De krokodil heeft helaas niet veel trek om aan wal te komen, er staan waarschijnlijk teveel mensen. Geen mooie croc-foto’s dus, jullie moeten me maar geloven dat er binnen de oranje cirkel een krokodil zwemt ;-)
We eten fajitas en nachos (invloeden vanuit Mexico, slechts een uurtje hier vandaan) maar moeten vluchten vanwege een muskietenaanval op onze onbedekte ledematen.
Om negen uur geven we het vechten tegen de slaap op, we zijn de jetlag nog niet kwijt helaas.
Om negen uur geven we het vechten tegen de slaap op, we zijn de jetlag nog niet kwijt helaas.