Galle naar Tissamaharama
Zondag 19 juli 2015 - Dag 7
We maken het onszelf gemakkelijk vandaag en nemen de tuktuk naar het busstation. We vragen nogmaals waar de bus vertrekt en men verwijst ons weer naar de hoek van de straat voor het busstation, net als gisteren. Dan moet het wel kloppen. De tweede bus van het rijtje blijkt de juiste te zijn. Achter het raam hangt een bordje met 10:30, maar een ander stel Nederlanders in de bus vertelt dat hen gezegd is dat de bus al om 09:15 vertrekt. Uiteindelijk vertrekt de bus al om half tien. De bus zit aardig vol als we vertrekken, maar nu kunnen we nog drie van de smalle stoeltjes met z'n tweeën in beslag nemen, zo hebben we iets meer ruimte, grote Nederlanders als we zijn. We hebben een rit van zo'n vier uur voor de boeg.
De weg voert in het begin pal langs de kust, wat af en toe prachtige doorkijkjes naar zee biedt. Voorbij het dorpje Ahangama wordt er gevist op palen, wat misschien wel een van de meest bekende plaatjes van Sri Lanka is. We hebben even overwogen om hier misschien een stop te maken maar vreesden voor een toeristenval. Omdat er verder ook niks te zien is hebben we er vanaf gezien. Vanuit de bus zien we een achttal vissers op hun palen zitten en Barth, die aan het raam zit, houdt de camera paraat, wie weet... We zien nog één visser op zijn paal en wat denk je: hebbes! Op dit deel van de kust staan overigens om de zoveel honderd meter tsunami waarschuwingen. Men heeft blijkbaar goede lessen geleerd uit 2004.
De weg voert in het begin pal langs de kust, wat af en toe prachtige doorkijkjes naar zee biedt. Voorbij het dorpje Ahangama wordt er gevist op palen, wat misschien wel een van de meest bekende plaatjes van Sri Lanka is. We hebben even overwogen om hier misschien een stop te maken maar vreesden voor een toeristenval. Omdat er verder ook niks te zien is hebben we er vanaf gezien. Vanuit de bus zien we een achttal vissers op hun palen zitten en Barth, die aan het raam zit, houdt de camera paraat, wie weet... We zien nog één visser op zijn paal en wat denk je: hebbes! Op dit deel van de kust staan overigens om de zoveel honderd meter tsunami waarschuwingen. Men heeft blijkbaar goede lessen geleerd uit 2004.
Even later begint Barth over het kleine eilandje waarop een luxe hotel is gebouwd, deze was te zien in Wie is de Mol. Of die hier ook ergens was? Geen idee, ik heb er niet op gelet. En we hebben het nog niet gezegd of we rijden erlangs. En ook nu weet Barth weer een prima plaatje te schieten vanuit de rijdende bus.
Na een uur rijden komen we aan in Matara, op een kwart van de reis en 45km vanaf Galle. Ook hier hebben de Nederlanders in de 18e eeuw het een ander gebouwd, waaronder een fort met verdedigingsmuren en een kachcheri, het administratiekantoor.
We denderen door, in de bus is het inmiddels zo druk dat we onze riante ruimte op hebben moeten geven en ook het hele gangpad vol staat. Via Tangalla en Hambantota bereiken na vier uur rijden zonder noemenswaardige stops (dus ook geen plaspauzes) uiteindelijk Tissamaharama.
Direct nadat we uitgestapt zijn worden we aangesproken door een tuktukrijder die ons naar ons guesthouse wil brengen. Omdat hij nogal worstelt met twee personen en de bagage wordt die maar in een safari auto geladen. En natuuuuuuurlijk bieden die voor de volgende dag ook de safari's naar Yala National Park aan. De man die het verkooppraatje houdt voelt echter goed en als we aan komen rijden bij My Village is de deal gesloten. Hij laat ons nog per sms weten of we om 04:50 of om 05:00 uur worden opgehaald. Allemachtig...
In My Village worden we ontvangen door een tengere en bedeesde man. Hij lacht vriendelijk maar praat zo zacht dat we hem niet aldoor verstaan. Hij brengt ons naar onze kamer en is bereid nog een lunch voor ons te maken. In de tussentijd frissen wij ons wat op en tegen tijd dat we klaar zijn staan ook onze sandwiches klaar. We hebben gelezen dat er fietsen beschikbaar zijn en vragen of we die kunnen gebruiken. Dat kan, en niet veel later stappen we op de (niet al te beste en eigenlijk veel te kleine) fietsen. Maar het fietst en dat gaat nog altijd sneller dan lopen!
Direct nadat we uitgestapt zijn worden we aangesproken door een tuktukrijder die ons naar ons guesthouse wil brengen. Omdat hij nogal worstelt met twee personen en de bagage wordt die maar in een safari auto geladen. En natuuuuuuurlijk bieden die voor de volgende dag ook de safari's naar Yala National Park aan. De man die het verkooppraatje houdt voelt echter goed en als we aan komen rijden bij My Village is de deal gesloten. Hij laat ons nog per sms weten of we om 04:50 of om 05:00 uur worden opgehaald. Allemachtig...
In My Village worden we ontvangen door een tengere en bedeesde man. Hij lacht vriendelijk maar praat zo zacht dat we hem niet aldoor verstaan. Hij brengt ons naar onze kamer en is bereid nog een lunch voor ons te maken. In de tussentijd frissen wij ons wat op en tegen tijd dat we klaar zijn staan ook onze sandwiches klaar. We hebben gelezen dat er fietsen beschikbaar zijn en vragen of we die kunnen gebruiken. Dat kan, en niet veel later stappen we op de (niet al te beste en eigenlijk veel te kleine) fietsen. Maar het fietst en dat gaat nog altijd sneller dan lopen!
Ons guesthouse ligt vlakbij een kunstmatig meer, de Tissa Wewa. In de verte zien we sneeuwwitte Tissa Dagoba. Dat wordt ons volgende doel, 4 kilometer verderop. Deze dagoba is gebouwd rond 200BC door Kavantissa, een koning van Ruhunu, wat hier in die tijd gelegen was. De dagobe, met een omtrek van 165 meter en een hoogte van 55,8 meter zou twee relikwieën van Boeddha moeten bevatten: een tand en een voorhoofdsbeen. Maar we hebben al zoveel plekken bezocht waar onderdelen van Boeddha zouden liggen dat de beste man vier meter groot geweest zou moeten zijn met een dubbel skelet en vier sets tanden. Maar hoe het ook zij, het is een mooie stupa.
We fietsen terug richting meer en komen onderweg langs een stroompje waarin tientallen mensen aan het zwemmen zijn. Blijkbaar is deze plek een favoriete zwemplek want er staan diverse tentjes langs de kant van de weg waar snacks en frisdrankjes worden verkocht. We blijven even staan om te filmen en foto's te maken, men poseert op mijn vraag of ik mag fotograferen graag voor ons.
We fietsen verder over de boulevard langs het prachtige met lotusbloemen bezaaide meer. Overal zijn mensen aan het zwemmen, eten en slapen. We kopen een ijsje bij een van de door de melodietjes al op tientallen meters afstand herkenbare ijswagentjes en gaan bij de mensen zitten. En zoals overal wil men ook hier weer een praatje met ons maken, maar men spreekt hier beduidend slechter Engels, wat de communicatie gelijk ook een stuk stroever maakt. Overal zien we watervogels, van steltlopers, slangenvogels en scholvers tot pelikanen, die lekkere hapjes uit het water snaaien.
De middag nadert zijn einde inmiddels en wij willen graag de tweede pagode van Tissa bezoeken, een paar kilometer verderop. De Yatala Wehera (2300 jaar oud en gebouwd door koning Mahanaaga in dank voor de geboorte van zijn zoon) ligt tussen vijvertjes met lotusbloemen en er is een klein museum bij die speciaal voor ons nog even wordt geopend, want eigenlijk waren ze om vijf uur al gesloten.
We hoopten eigenlijk dat we om het meer heen konden fietsen maar helaas blijkt dat niet mogelijk en moeten we het hele stuk weer terugfietsen. Dat wordt morgen zadelpijn... Maar we zien rond een aantal bomen wel heel bijzondere vogels, en als we goed kijken zien we de onmiskenbare vleugels van vleermuizen. Het is een enorme kolonie vliegende honden! Het is helaas al te donker om er goede foto's van te maken, meer dan dit is het niet geworden:
En ook zien we de zon mooi ondergaan boven het meer. Wat een prachtige plek!
Eenmaal terug in ons guesthouse krijgen we een heerlijke Sri Lankaanse curry met rijst voorgezet met een verfrissend koud Lion biertje erbij, en dat verzacht onze zadelpijn. Een ander Nederlands stel dat die middag een safari naar Yala heeft gemaakt komt opgetogen terug: ze hebben alle grote dieren gezien die middag, inclusief luipaard! We willen er natuurlijk alles over weten, plus de andere reiservaringen die ze in Sri Lanka hebben gehad dus schuiven we bij ze aan. Maar al te laat maken we het niet, morgen gaat om kwart over vier de wekker. Pfffffft....