Nuwara Eliya naar Kandy
Zondag 26 juli 2015 - Dag 14
Als we wakker worden zien we een voorzichtig en waterig zonnetje boven het stadje in het dal onder ons hangen. We ontbijten in de koude eetzaal van het hotel en vertrekken daarna met de tuktuk naar het station. Op zich hebben we niet slecht geslapen in de Rising Tiger maar ik vind het niet erg om uit de klamme kamer en het vochtige stadje weg te zijn. Op naar de 32 graden in Kandy, dat is toch meer mijn temperatuur.
De treinstations In Sri Lanka laten je een jaar of 50 terug in de tijd reizen. Geen digitale borden maar mooie houten borden waarop de vertrektijden staan aangegeven.
De trein naar Kandy komt mooi op tijd het mistige station binnenrollen en we zoeken onze plekken in de 3e klasse. We delen onze bankjes met een Israelisch en een Sri Lankaans meisje. Om precies 5 voor half 10 vertrekken we.
Onderweg is het wederom thee, thee en nog meer thee en regelmatig een regenbuitje. Het is benauwd in de coupé dus de deuropening van de trein is een fijn plekje om af en toe even af te koelen. Regelmatig wordt er vanaf de theevelden met brede lach naar ons gewuifd. We zijn inmiddels heel erg gesteld geraakt op het Sri Lankaanse volk. Ze zijn warm en hartelijk en hebben altijd ruimte voor een vriendelijke glimlach. Daarbij zijn ze een stuk georganiseerder dan bijvoorbeeld de Indiërs. En qua eten in de trein hebben we een nieuwe: aardbeien! We weten dat er nogal wat aardbeienteelt in de omgeving is maar we hadden ze niet in de trein verwacht. We kopen een doosje, ze smaken heerlijk zoet.
Als we aankomen op het station van het stadje Nawalapitiya staan er tientallen mensen, waaronder veel toeristen, te wachten. We verbazen ons erover, onze trein zit bijna vol, waar moeten al deze mensen zitten? Dan komt er een medewerker van de spoorwegen binnen die ons vertelt dat we over moeten stappen, deze trein gaan terug naar Nuwara Eliya. Barth staat bij onze rugzakken op het balkon van de trein, dat doen we even bij ieder station om zeker te weten dat de bagage ook weer met ons vertrekt. Ik (en met mij een hoop anderen) graai de handbagage bij elkaar en we drommen samen naar de deur, waar ik Barth toeroep dat we eruit moeten. Aan de overkant van het perron staat een andere trein die er leeg uitziet. Ik vraag iemand en het blijkt dat we deze trein moeten hebben, de reserveringen van de zitplaatsen gelden ook voor deze trein. Alles weer helemaal goed dus.
Onderweg is het wederom thee, thee en nog meer thee en regelmatig een regenbuitje. Het is benauwd in de coupé dus de deuropening van de trein is een fijn plekje om af en toe even af te koelen. Regelmatig wordt er vanaf de theevelden met brede lach naar ons gewuifd. We zijn inmiddels heel erg gesteld geraakt op het Sri Lankaanse volk. Ze zijn warm en hartelijk en hebben altijd ruimte voor een vriendelijke glimlach. Daarbij zijn ze een stuk georganiseerder dan bijvoorbeeld de Indiërs. En qua eten in de trein hebben we een nieuwe: aardbeien! We weten dat er nogal wat aardbeienteelt in de omgeving is maar we hadden ze niet in de trein verwacht. We kopen een doosje, ze smaken heerlijk zoet.
Als we aankomen op het station van het stadje Nawalapitiya staan er tientallen mensen, waaronder veel toeristen, te wachten. We verbazen ons erover, onze trein zit bijna vol, waar moeten al deze mensen zitten? Dan komt er een medewerker van de spoorwegen binnen die ons vertelt dat we over moeten stappen, deze trein gaan terug naar Nuwara Eliya. Barth staat bij onze rugzakken op het balkon van de trein, dat doen we even bij ieder station om zeker te weten dat de bagage ook weer met ons vertrekt. Ik (en met mij een hoop anderen) graai de handbagage bij elkaar en we drommen samen naar de deur, waar ik Barth toeroep dat we eruit moeten. Aan de overkant van het perron staat een andere trein die er leeg uitziet. Ik vraag iemand en het blijkt dat we deze trein moeten hebben, de reserveringen van de zitplaatsen gelden ook voor deze trein. Alles weer helemaal goed dus.
Na ruim twee uur treinen komen we aan in Kandy. Het is even weer wennen, de grote stad. Het is druk, warm en lawaaiig. Een tuktuk is snel gevonden en we zijn binnen no time bij het hotel. Het hotel is ook even weer wennen, qua luxe dan. Onze tuktuk chauffeur wist wel wat leuke dingen te doen, hij wilde ons die middag wel rondrijden. We gaan op zijn aanbod in, we komen eigenlijk alleen voor de Temple of the Sacred Tooth Relic naar Kandy en hebben ons verder wat minder in de stad verdiept.
We eten snel even iets in het restaurant van het hotel en stappen in. We zijn wel een beetje verbaasd als de chauffeur de stad uitgaat. Hij mompelt iets over olifanten en dat die niet in de stad zijn. We vinden het op dit punt nog wel best. De rit is best leuk, we zien meerdere prachtig versierde bruidsauto's (blijkbaar is dit een favoriete trouwdag?) en het uitzicht is vaak erg mooi.
We eten snel even iets in het restaurant van het hotel en stappen in. We zijn wel een beetje verbaasd als de chauffeur de stad uitgaat. Hij mompelt iets over olifanten en dat die niet in de stad zijn. We vinden het op dit punt nog wel best. De rit is best leuk, we zien meerdere prachtig versierde bruidsauto's (blijkbaar is dit een favoriete trouwdag?) en het uitzicht is vaak erg mooi.
Maar als we er drie kwartier later nog niet zijn beginnen we ons af te vragen waar we eigenlijk helemaal heengaan. Ik had in de Lonely Planet gelezen over een olifantenweeshuis en dacht eigenlijk dat we daarheen gingen. Even later stopt de chauffeur bij een fruitkraampje om bananen voor de olifanten te kopen. En een paar honderd meter verderop stoppen we definitief. Er lijkt hier niks te zijn, zo op het eerste oog. De chauffeur loopt voor ons uit een paadje af naar beneden en over een stroompje heen. We komen bij een soort tuin en worden begroet door twee mannen die vrijwel gelijk een aantal bonnen boekjes tevoorschijn halen. Het lijkt erop dat er maar één olifant is en dat je voor een exorbitant hoge prijs tijd mag kopen om de olifant te voeren en te wassen. Dit is echt wel heel dom van ons, dat we niet van tevoren gevraagd hebben wat we precies gingen doen. En onder het mom van "we laten ons verrassen" leek het ons wel leuk om gewoon eens ontvoerd te worden. Maar deze prijzen zijn debiel hoog en we hebben hier echt geen zin in.
Er wordt uit alle macht geprobeerd om ons over te halen om toch iets te kopen, opeens komen er goedkopere arrangementen op tafel. Maar we hebben er geen zin meer in en zeggen tegen de tuktuk chauffeur dat we terug willen naar Kandy en lopen terug naar de tuktuk. De chauffeur is not amused. Maar wij ook niet. Hij probeert ons nog een kruidentuin aan te smeren en vervolgens nog een bezoek aan een theefabriek maar we blijven herhalen dat we terug willen naar de stad. Uiteindelijk geeft hij het op, mompelt nog iets dat dit hem in 20 jaar op de tuktuk nog nóóit gebeurd is en brengt ons terug naar het hotel.
In het hotel blijven we even afkoelen (letterlijk en figuurlijk) en lopen dan naar het 300 meter verderop gelegen Sri Dalada Maligawa, ofwel the Temple of the Sacred Tooth Relic. In deze tempel met gouden dak huist de meest heilige relikwie van Sri Lanka: een tand van Boeddha. De tand zelf is niet zichtbaar, maar tijdens de puja (gebed) is de gouden behuizing in de vorm van een stoepa zichtbaar, hierin zit een zestal kleinere stoepa's en in de kleinste zit de tand. Een soort Russische poppetjes maar dan anders dus.
In het hotel blijven we even afkoelen (letterlijk en figuurlijk) en lopen dan naar het 300 meter verderop gelegen Sri Dalada Maligawa, ofwel the Temple of the Sacred Tooth Relic. In deze tempel met gouden dak huist de meest heilige relikwie van Sri Lanka: een tand van Boeddha. De tand zelf is niet zichtbaar, maar tijdens de puja (gebed) is de gouden behuizing in de vorm van een stoepa zichtbaar, hierin zit een zestal kleinere stoepa's en in de kleinste zit de tand. Een soort Russische poppetjes maar dan anders dus.
Via een prachtige gang komen we het gebouw binnen. We beginnen in de Alut Maigawa, een hal waarin zich tientallen door Thaise gelovigen geschonken zittende Boeddha's bevinden. De ruimte doet ook Thais aan, dit is ter ere van het feit dat het de Thaise monniken waren die het Boeddhisme in Sri Lanka opnieuw vorm hebben gegeven.
We lopen door naar naar boven, waar zich de tand bevindt. Er zitten tientallen gelovigen op de grond te bidden en er staan lange, smalle tafels waarop de offergaven (in de vorm van bloemen en geld) geplaatst kunnen worden. Een constante stroom mensen loopt biddend langs de tafel, want een meter of 7 achter de tafels bevindt zich een luik en daarachter staat de stoepa met de tand. Op dat moment weten we nog niet dat tijdens de puja het luik af en aan geopend en weer gesloten gaat worden, dus we lopen weer naar beneden om de rest van het terrein te verkennen.
Enige tijd voordat de puja begint lopen we weer naar boven. Er zitten nu aanzienlijk meer mensen en wij gaan erbij zitten. Opeens komt iedereen in beweging en er vormt zich een rij achter touwen. Een man vertelt ons dat we in de rij moeten gaan staan want dan kunnen we de tand (lees: de stoepa) zien, wat we braaf doen. Dan horen we het geluid van drums en een fluit. De puja is begonnen. Een kwartier lang lijkt er niets te gebeuren maar dan gaan de deuren naar de ruimte waar het luik zich bevindt open en begint de rij te bewegen. Na een minuut of vijf komen wij aan bij het luik en inderdaad, daar staat de fonkelende gouden stoepa. Mensen beginnen te duwen om zoveel en zo lang mogelijk te kunnen kijken maar worden tot spoed gemaand door medewerkers van de tempel.
De drukte is inmiddels enorm. Het is er bloedheet en nog steeds klinkt de muziek, aldoor hetzelfde deuntje.
Als we weer beneden zijn zien we de bron van de muziek: een fluitspeler geflankeerd door 3 trommelaars. De mannen zullen tot het einde van de puja om 8 uur blijven spelen, wat een behoorlijke prestatie is in deze omstandigheden.
Als we weer beneden zijn zien we de bron van de muziek: een fluitspeler geflankeerd door 3 trommelaars. De mannen zullen tot het einde van de puja om 8 uur blijven spelen, wat een behoorlijke prestatie is in deze omstandigheden.
We zoeken wat verkoeling in de tuinen. Hier staat een glazen gebouwtje met duizenden vetlampjes (hier wordt vloeibaar vet, "ghee" genaamd voor gebruikt) die de gelovigen kunnen aansteken. Voor het gebouwtje staat een aantal grote wierookvaten waar men wierook kan plaatsen, dit gaat niet zoals bij ons per staafje maar met een heel pakje tegelijk. Het is mooi om naar te kijken en we blijven geruime tijd zitten kijken naar wat zich voor ons afspeelt.
Rond 8 uur neemt de stroom mensen eindelijk af en besluiten ook wij terug te gaan naar ons hotel. De airco in het restaurant van de Aroma Inn is meer dan welkom, en zo ook het koude biertje en de smakelijke maaltijd. Dit was voor ons alles wat we in Kandy wilden doen, morgen door naar Dambulla.