Marrakesh --> Taroudannt
Vrijdag 15 augustus 2014 - Dag 28
Na het ontbijt in de tuin van het hotel laten we ons per taxi naar het vliegveld brengen om ons volgende autootje op te halen die we tot het einde van de vakantie gehuurd hebben. We krijgen ditmaal een Fiat Punto van een half jaar oud, een behoorlijk verschil met het afgeragde Peugeotje die we aan het begin van de reis hadden, maar wel net zo duur als deze Fiat! We hebben ook ditmaal het volledige eigen risico weer afgekocht, we hebben gemerkt dat dat wel zo lekker rijdt in dit land!
De bedoeling is om te kijken of we naar Mirleft ten zuiden van Agadir kunnen komen, maar dat is een behoorlijke rit plus dat we ook nog een omweg willen maken naar het dorpje Imlil. Ach, we zien wel hoe ver we komen.
Na een uurtje rijden, we zitten inmiddels in de bergen, komen we bij een soort oase waar een riviertje doorheen stroomt. Het is blijkbaar een populaire bestemming voor de lokale bevolking want het is er een drukte van jewelste. In de gecreëerde poeltjes zwemmen kinderen en pootjebaden de vrouwen, er kan op kamelen, pony's en een prachtig wit paradepaardje gereden worden en natuurlijk kan er gegeten en gedronken worden. Daarnaast lopen er meerdere fotografen rond om de spannende ritjes op de gevoelige plaat vast te leggen. Geweldig om te zien!
De bedoeling is om te kijken of we naar Mirleft ten zuiden van Agadir kunnen komen, maar dat is een behoorlijke rit plus dat we ook nog een omweg willen maken naar het dorpje Imlil. Ach, we zien wel hoe ver we komen.
Na een uurtje rijden, we zitten inmiddels in de bergen, komen we bij een soort oase waar een riviertje doorheen stroomt. Het is blijkbaar een populaire bestemming voor de lokale bevolking want het is er een drukte van jewelste. In de gecreëerde poeltjes zwemmen kinderen en pootjebaden de vrouwen, er kan op kamelen, pony's en een prachtig wit paradepaardje gereden worden en natuurlijk kan er gegeten en gedronken worden. Daarnaast lopen er meerdere fotografen rond om de spannende ritjes op de gevoelige plaat vast te leggen. Geweldig om te zien!
Bij het dorpje Asni nemen we de afslag naar het op 17 km afstand gelegen Imlil, op 1740 meter hoogte. Dit is het startpunt voor bergtochten en een favoriete plek waar (letterlijk) verhitte Marrakeshies een dagje komen afkoelen. Vanaf hier is echter ook de hoogste berg van Noord-Afrika, de 4167 meter hoge Jebel Toubkal goed zichtbaar en dat is waar wij voor komen.
Vlak voor Imlil staat een politieagent ons op te wachten en wijst ons naar een soort van parkeerplaats waar we de auto kunnen parkeren. Blijkbaar is het druk in het dorp want er staan veel auto's maar we zien vrijwel niemand, behalve wat jongens op ezels die hopen dat we ons door hen naar het wat hoger gelegen dorpje laten brengen.
Wij gaan te voet naar boven en als we het dorpje binnenlopen begint het steeds drukker te worden. Een man komt naar ons toe en biedt zich aan als gids om met ons een route te lopen in de omgeving van het dorp zodat we de berg en de waterval kunnen zien.
Wij gaan te voet naar boven en als we het dorpje binnenlopen begint het steeds drukker te worden. Een man komt naar ons toe en biedt zich aan als gids om met ons een route te lopen in de omgeving van het dorp zodat we de berg en de waterval kunnen zien.
We besluiten eerst te gaan lunchen (een tajine met rundvlees en groente en rundvlees van de bbq, dat alles weggespoeld met een fles Pommes, appelsap met bubbeltjes, stijf van de suiker en mierzoet maar stiekem erg lekker) en volgen dan onze gids voor de wandeling.
Aan de rand van het dorp stoppen we bij een van de vele coöperaties voor vrouwen die dit land inmiddels rijk is. Hier worden producten van arganolie verkocht, gemaakt van de argan bes. Deze uiterst gezonde bes heeft veel toepassingen (olie, schoonheidsproducten en als medicijn voor o.a. maagproducten) en groeit uitsluitend in deze regio in Marokko (en de wereld). Het is een zeer arbeidsintensief proces om de bes te verwerken: er zijn maar liefst 30 kilo bessen en acht uur arbeid nodig om 1 liter olie te produceren. Al het werk wordt met de hand door vrouwen gedaan. De bessen worden verzameld in de zomer, waarna ze in de zon worden gedroogd en opgeslagen. Het droge vruchtvlees dient als veevoer. Na het kraken van de pitten worden de de noten geroosterd (dit om de bittere smaak te verwijderen) en in een kleine handmolen gemalen. Men laat de vaste bestanddelen bezinken en giet de olie dan af.
Na deze uitleg begrijpen we ook waarom een halve liter olie bijna 30 euro moet kosten...
We wandelen verder (na in het winkeltjes wat gekocht te hebben) en dan wijst onze gids naar voren: boven ons rijst de Jebel Toubkal op.
Na deze uitleg begrijpen we ook waarom een halve liter olie bijna 30 euro moet kosten...
We wandelen verder (na in het winkeltjes wat gekocht te hebben) en dan wijst onze gids naar voren: boven ons rijst de Jebel Toubkal op.
Het is een flinke steile wandeling bergopwaarts en het wordt steeds drukker met mensen en ezels. Het pad maakt op gegeven moment plaats voor de rand van een irrigatiekanaaltje dat tot vier kilometer verder naar enkele dorpen loopt, het is bestemd om hun gewassen te bewateren.
Na nog een laatste stukje klimmen bereiken we de waterval. En nu begrijpen we waar iedereen was. Wát een drukte op een tiental vierkante meter! We aanschouwen de drukte een tijdje en maken wat foto's. Hoogtepunt is echter niet echt het middelmatige watervalletje maar meer de via een waterslang gekoelde binnenkant van een koelkastdeur waarmee sinaasappels en drankjes gekoeld worden. Je moet er maar opkomen, briljant!
We blijven niet lang bij de waterval, het is er veel te druk. Dus na de voetjes nog even in het frisse water gekoeld te hebben wandelen we via een andere weg terug jaar het dorp. Onze gids wijst ons op de boomgaarden met appels, walnoten, kweeperen en abrikozen, heerlijk!
Veel te laat stappen we weer in de auto, we moeten nog een flinke hoge pas over en we rijden in dit slecht verlichte land bij voorkeur niet 's avonds. De avondzon levert echter wél mooie plaatjes op.
Rond zes uur bereiken we de 2100 meter hoge Tizi n'Test pas. Vanaf hier is het nog een flinke rit naar ons einddoel Tarouannt. De weg is tot nu toe prima, maar niet lang na de pas blijkt dat er een nieuwe weg aangelegd wordt. Harder dan 30/40 kunnen we niet in verband met opspattende stenen en de vele haarspeldbochten. Tot overmaat van ramp wordt de weg op gegeven moment geblokkeerd door een vrachtwagentje dat zand komt storten. Het duurt eindeloos voor de chauffeur tevreden is met de plek waar het zand moet komen en het zand ook daadwerkelijk op de grond ligt en de kiepbak weer terug gekanteld is. Inmiddels staat er ook een grote bus aan de andere kant te wachten. De volgende minuten wordt het een dans op wielen tussen bus, vrachtwagen en ons autootje maar met wat gepas en gemeet en een hoop handgebaren vervolgt iedereen even later zijn (of haar) weg.
Vlak nadat we het zeeniveau weer bereiken wordt het donker. De laatste 30 kilometer naar Taroudannt zijn niet fijn gezien alle onverlichte weggebruikers en de centimeters hoge randen naast de (ook hier) nieuwe weg. Daar wil je niet met je wielen in terechtkomen.
Om negen uur bereiken we Taroudannt. We hebben uit de Lonely Planet een hotel uitgezocht en hebben ook een idee waar we moeten zijn maar het vinden is zo gemakkelijk nog niet. Uiteindelijk volgen we de bordjes met Hotel Tiout. Aan de buitenkant ziet het er prachtig uit maar de kamer die we uiteindelijk krijgen heeft al generaties geleden zijn beste tijd gehad. Maar het maakt ons niet uit, we zijn er. We besluiten nog wel even wat te gaan eten op het grote plein van het stadje, de Place al-Alaouyine, op een minuut of tien lopen van het hotel. Het eten is weer prima en het sfeertje is er leuk, er is muziek en veel mensen zitten op de terrasjes te eten of (thee) te drinken. Wat is het toch een fantastisch land!